In juni 2025 verstuurde Fedris via eBox een communicatie naar alle Belgische werkgevers over de zogenaamde “risicoaangifte” bij zwangerschap. Daarin wordt gesteld dat een werkgever verplicht is om Fedris op de hoogte te brengen wanneer de arbeidsarts tijdens een risicoanalyse gezondheidsrisico’s vaststelt voor een zwangere werkneemster of het ongeboren kind.

Volgens deze communicatie kan die aangifte sinds kort ook digitaal gebeuren, en wordt gesuggereerd dat de externe dienst voor preventie en bescherming op het werk de aangifte op verzoek van de werkgever kan uitvoeren.

Reactie van de sector

De tien erkende externe diensten voor preventie en bescherming op het werk (EDPB) nemen akte van deze communicatie, maar willen hierover het volgende verduidelijken:

• De suggestie dat externe diensten de aangifte namens de werkgever zouden indienen, is onjuist. Dit werd op geen enkel moment besproken met de EDPB en is ook niet voorzien in hun wettelijke opdracht.
• Dergelijke onverwachte communicatie leidt tot verwarring bij werkgevers en veroorzaakt onnodige administratieve belasting.

Overleg opgestart

Vanuit Co-Prev werd reeds contact opgenomen met Fedris om dit verder te bespreken. Het doel is om samen tot een duidelijke en werkbare aanpak te komen die juridisch onderbouwd is, administratief haalbaar en gedragen door alle betrokken partijen.

In afwachting van dit overleg hebben de EDPB gezamenlijk beslist om voorlopig geen individuele aangiften aan Fedris uit te voeren namens werkgevers.

Zodra er meer duidelijkheid is over de afspraken met Fedris, zal Co-Prev de sector en de werkgevers hierover verder informeren.

In de Visienota maatregelen Terug-Naar-Werk voor de preventiediensten werd benadrukt dat een grondige hervorming van het gezondheidstoezicht noodzakelijk is en prioriteit moet krijgen.

Sinds januari 2025 werkt binnen Co-Prev een taskforce aan een voorstel vanuit de sector. De taskforce bestaat uit drie werkgroepen die de essentiële en complementaire elementen van een toekomstige hervorming hebben uitgewerkt:

• Het uniformiseren van het proces van risicotoewijzing en de rol van de arbeidsarts en de medewerkers ter zake;

• Het kader waarbinnen de taakdelegatie aan arbeidsverpleegkundigen kan worden toegepast;

• De vereisten op het vlak van training en specifieke opleiding voor de arbeidsverpleegkundigen.

Het doel van dit voorstel is om een uniforme aanpak van het gezondheidstoezicht te garanderen, ongeacht de sector of de grootte van de onderneming. Voor de externe diensten voor preventie en bescherming op het werk is het bovendien essentieel om ook de periodiciteit van het gezondheidstoezicht onder de loep te nemen.

De nota’s van de werkgroepen en de overkoepelende nota “De preventiediensten als essentiële actor in het Terug-naar-Werk beleid: nood aan hervormingen en een ambitieuze geïntegreerde aanpak” kunt u hieronder downloaden.

Nota werkgroep risicotoewijzing

Nota werkgroep taakdelegatie

Nota werkgroep opleiding arbeidsverpleegkundigen

Overkoepelende nota

In het regeerakkoord van de federale regering worden er nieuwe maatregelen aangekondigd om de problematiek van de grote groep langdurig arbeidsongeschikten aan te pakken. Er worden ook nieuwe opdrachten voor de preventiediensten beschreven. In de bijlage leest u het gemeenschappelijk standpunt van de externe preventiediensten.

Het bestuursorgaan van Co-Prev heeft beslist om mevrouw Hanne Sanders met ingang van 1 april 2025 aan te stellen als directeur van de koepelorganisatie van de Externe Diensten voor Preventie en Bescherming op het werk. Mevrouw Sanders was de afgelopen jaren adviseur voor het domein welzijn en gezondheid, met inbegrip van de problematiek arbeidsongeschiktheid, op het kabinet van de minister van werk en economie. Mevrouw Sanders is tweetalig. Zij heeft de opdracht om de werking van Co-Prev intern te versterken en de ervaring en de deskundigheid van de externe diensten te valoriseren bij alle betrokken partners.

Mevrouw Sanders volgt ir. Geert De Smet op die Co-Prev gedurende de afgelopen 15 jaar met een grote dossierkennis heeft geleid. De heer De Smet verlaat de organisatie op eigen verzoek.
Het bestuursorgaan van Co-Prev verwelkomt de nieuwe directeur en respecteert de keuze die door de heer De Smet werd gemaakt. Het bestuursorgaan wenst hem uitdrukkelijk te danken voor de vele inspanningen die werden geleverd en die hebben bijgedragen tot de uitbouw van de koepelorganisatie.

Onze werkgroep “psychosociaal welzijn” analyseerde de evolutie tussen 2017 en 2020 van het werk van de preventieadviseurs psychosociaal welzijn van de 10 Belgische Externe Diensten voor Preventie en Bescherming op het werk.

Waar de cijfers tot 2019 in stijgende lijn gingen is in 2020 een lichte daling merkbaar, wellicht te wijten aan de Covid-19 crisis.

De volledige analyse kan u lezen via onderstaande link:

Sinds begin september neemt de heer Jo De Cock het voorzitterschap op van Co-Prev, de koepelvereniging van Externe Diensten voor Preventie en Bescherming op het werk.

De heer De Cock was meer dan 25 jaar administrateur-generaal van het RIZIV maar ging eerder dit jaar op pensioen.

Het Bestuur van Co-Prev is verheugd dat de heer De Cock het voorzitterschap van de vereniging op zich wil nemen en met zijn ervaring de sector de volgende jaren zal kunnen gidsen in dossiers zoals de evolutie van gezondheidstoezicht op het werk, de uitbouw van de relatie tussen de preventieve en curatieve sector en de reïntegratie van langdurig arbeidsongeschikte werknemers.

“Ook het Co-Prev team is blij de nieuwe voorzitter te kunnen verwelkomen en we kijken uit naar de samenwerking”, zegt ir. Geert De smet, directeur van Co-Prev.

Co-Prev houdt er aan Dr. Simon Bulterys te bedanken voor zijn voorzitterschap de voorbije 2 jaar. Het was een voorzitterschap dat door de Corona pandemie een onverwachte wending nam, en veel meer vergde van de voorzitter dan in “normale” tijden.